Obbicht vliegtuigcrash op 18 september 1944
P-47 Thunderbolt crash
Het verhaal van Obbicht speelt zich af in September 1944. Operatie Market Garden is net begonnen. Operatie Market Garden was een geallieerd offensief, in september 1944, aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het was de grootste operatie op Nederlands grondgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Market Garden bestond uit een grootschalige luchtlandingsoperaties (Market) en een grondoffensief vanuit België (Garden). Het plan was dat Britse, Poolse en Amerikaanse luchtlandingstroepen belangrijke bruggen over Nederlandse rivieren zouden innemen, waarna de grondtroepen via deze bruggen snel konden doostoten naar het IJsselmeer. Market Garden begon op 17 september en duurde tot 26 september 1944. Om grondtroepen te kunnen ondersteunen in de uitvoering van hun werk was het noodzakelijk dat zij ondersteuning kregen van de geallieerde luchtmachten. Er werden hele squadrons van de geallieerde luchtmacht ingezet om boven vijandelijk gebied alles uit te schakelen wat ze tegenkwamen. Met name FLAK (luchtafweer geschut) installaties, bruggen, spoorwegen, treinen, vrachtwagens en ander militair materiaal van de Duitsers moesten het ontgelden.
Op deze manier werd alles in het werk gesteld om de Duitse infrastructuur te ontregelen waardoor de optrekkende geallieerde grondtroepen stapje voor stapje dichterbij konden komen om de Duitsers terug te laten dringen op weg naar het einde van de oorlog waar iedereen zo naar verlangde.
Op maandag 18 september 1944 stond er een missie gepland voor de 56ste Fighter Group vanuit Engeland naar Nederland. Deze dag zou de geschiedenisboeken ingaan als de zwartste dag voor deze Fighter Group, een van de meest succesvolle Fighter Groups van de Tweede Wereldoorlog.
Om 14:37 uur (Engelse tijd) vertrekken 39 Amerikaanse jachtvliegtuigen van het type P-47 Thunderbolts vanaf het Engelse vliegveld Boxted (ten zuiden van Ipswich). De Thunderbolts behoren toe aan het 56ste Fighter Group is verdeeld in 3 groepen, het 61ste, 62ste en 63ste Fighter squadron.
Het is deze dag de 53ste missie van de 22-jarige 1ste Lt. David P. Kling die ingedeeld zit bij het 63ste Fighter Squadron. Lt. David Kling vliegt die dag met zijn Thunderbolt P-47 jachtvliegtuig en heeft veel ervaring. Het 63ste FS vliegtuigen zijn herkenbaar aan de blauwe richtingsroeren. (61ste rood en 62ste geel)
De missie die ze uitvoerden was zo ongeveer een van de gevaarlijkste missies van de Tweede Wereldoorlog. Het plan was om in England op te stijgen en zich vervolgens boven de zee te formeren als een grote groep jachtvliegtuigen.
Nadat de formatie gemaakt was vlogen de piloten in zuidelijke richting naar Dover om daar de korte oversteek te maken van de zee (ook wel het kanaal genoemd) naar België. Toen ze de oversteek met succes gemaakt hadden vervolgde ze hun missie door koers te zetten richting Turnhout. Vanuit Turnhout was het doel om de grens met Nederland over te gaan en door te vliegen richting Eindhoven, Son en Breugel en uiteindelijk Veghel.
Het doel van de missie was om zoveel mogelijk FLAK-installaties uit te schakelen tussen het gebied Eindhoven, Son en Breugel en Nijmegen /Arnhem zodat de B-24 geallieerde vliegtuigen veilig kunnen doorvliegen naar hun drop zones. Aan boord van deze B-24 vliegtuigen waren honderden militairen die met een parachute boven Nederland uit het vliegtuig sprongen om eenmaal aan de grond de strijd aan te gaan met de vijanden en om bruggen op strategische punten veilig te stellen.
Vanuit de leiding van de 56ste Fighter Group was de opdracht gegeven om geen enkel schot te lossen voordat er vanaf de grond op hun vliegtuigen geschoten zou worden. Een opdracht die in de praktijk vele malen lastiger bleek te zijn dan van ten voren bedacht. De reden om niet als eerste te schieten hiervan was de grote hoeveelheid geallieerde grondtroepen die onder hun op de grond hun werk uitvoerden.
Doordat het erg bewolkt was deze dag waren de piloten genoodzaakt om op een lagere hoogte over te vliegen dan gepland was en moesten ze wachten totdat de Duitsers op hun begonnen te schieten, waarmee ze vervolgens hun FLAK-locatie kenbaar maakten en de piloten dan vervolgens pogingen konden ondernemen om deze installaties uit te schakelen vanuit de lucht.
Toen de piloten rond Turnhout de grens met Nederland naderde (15:50 uur) barste het geweld op de grond los en vlogen de FLAK-kogels hun om de oren. Doordat er zo massaal geschoten werd hadden de piloten geen andere keuze dan zich allemaal op te splitsen in tweetallen. De piloten zaten zoals ze het zelf achteraf noemde midden in een wespennest en gingen allemaal op zoek naar individuele doelen die ze konden uitschakelen.
Door de laag vliegende vliegtuigen en de hoeveelheid FLAK installaties was het voor de Duitsers redelijk makkelijk om piloten met hun toestel te raken voordat de piloten het zelf in de gaten hadden. De chaos werd nog eens groter toen een geallieerde tanks squadron rondom Eindhoven op hun eigen vliegtuigen begonnen te schieten omdat ze dachten dat het Duitse jagers waren. Het duurde even voordat men doorhad dat men op hun eigen piloten schoot, maar tegen die tijd was al een vliegtuig van het 62ste Fighter squadron neergehaald. De piloot kon gelukkig veilig een noodlanding maken.
De Fighter Squadrons vochten door en doordat het zo’n chaos in de lucht geworden was ging iedere piloot op zijn eigen manier op zoek naar een doel wat hij kon uitschakelen en dit verspreide de squadrons over een groot gebied. Uiteindelijk was de balans van het 63ste Fighter Squadron dat ze slechts 3 FLAK-installaties hadden vernietigd, 1 officierswagen en 3 grote trucks. De rekening die ze hiervoor betaald hadden was erg duur. In totaal werden van de 39 vliegtuigen die in Engeland opgestegen waren 16 vliegtuigen neergeschoten. Sommige vliegtuigen kwamen neer in het gebied tussen Eindhoven en Tilburg. Andere probeerde nog terug te vliegen naar Engeland maar bleken toch te zwaar beschadigd te zijn en moesten noodgedwongen ergens noodlanding maken.
Deze vliegtuigen kwamen nogal verspreidt in West-Europa terecht. Er werden noodlandingen gemaakt in onder andere Obbicht (Lt. David Kling, 63ste FS), Beverloo (Lt. Herschel O. Womach, 62ste FS) en Douai (Capt. Paul Conger, 61ste FS).
De meeste piloten maakte een noodlanding in veilig gebied en konden al dan niet gewond terug keren naar Engeland. Een enkele piloot kwam terecht in Duitse handen en werden dan POW (Prisoner of War). Deze piloten werden dan gevangen genomen, maar bleven leven en konden een half jaar later na de oorlog alsnog veilig terugkeren naar huis.
Voor piloot Lt. Elwood D. Raymond, die terugvloog naar Engeland bleek Boxted toch te ver voor zijn gehavende vliegtuig. Op Engelse bodem bij Bradwell Bay stortte zijn vliegtuig alsnog neer en liet hij zijn leven. Naast Elwood D. Raymond (63ste FS) lieten ook Capt. Gordon Stevens (63ste FS) en Lt. Trevor A. Edwards (62ste FS) hun leven tijdens deze missie.
23 vliegtuigen kwamen uiteindelijk weer veilig terug in Boxted en toen de piloten op de grond stonden was het al snel duidelijk dat er nog eens 12 vliegtuigen zwaar beschadigd waren. Het was een wonder dat ze met deze zwaar beschadigde vliegtuigen in Engeland konden terugkeren.
Een paar weken na deze missie kregen alle piloten van het 56ste Fighter Group die aan deze missie hadden meegedaan een onderscheiding voor hun moed en daden. Ze werden gedecoreerd met Distinguished Unit Citation.
Wat weten we van piloot David Kling:
Lt. David Kling is een Amerikaan die op 22 december 1921 in Erie, Pennsylvania werd geboren. Zijn servicenummer in het leger is 814202. Op 3 februari 1943 gaat hij in dienst bij de Amerikaans luchtmacht (air corps) en start zijn opleiding in Cleveland in de Staat Ohio.
Op maandag 18 September 1944 vloog hij mee met de missie van Boxted naar Nederland. In de hectiek van die middag wordt zijn Thunderbolt P-47 onder vuur genomen door FLAK en wordt het vliegtuig geraakt maar Lt. David Kling is in staat om met zijn vliegtuig door te vliegen. Op de terugweg naar Engeland blijkt de schade zijn tol te eisen en merkt Lt. David Kling dat hij onmogelijk met zijn gehavende vliegtuig veilig terug kan keren in Engeland. Zijn vliegtuig vliegt uiteindelijk in brand. Lt. David Kling heeft geen enkele andere keuze dan zo snel mogelijk zijn Thunderbolt P-47 aan de grond te zetten en zoekt in de verte voor een geschikte plek om te landen. Omdat hij al zo laag vliegt heeft hij geen tijd meer om zichzelf in veiligheid te brengen met zijn parachute. Als hij bij de rivier de Maas in Obbicht komt aanvliegen heeft hij niet veel hoogte meer en moet hij gebruik maken van de weides die aan de oever van de rivier liggen. Hij komt aan Nederlandse zijde hard met de grond in aanraking en het vliegtuig schuift nog een flink stuk verder, waarna zijn Thunderbolt P-47 met een harde klap in rivier de Maas tot stilstand komt. Door de flinke klap raakt Lt. David Kling gewond en ligt hij met zijn Thunderbolt P-47 in het water van de rivier de Maas. Hij heeft een hersenschudding, een flinke hoofdwond en zijn rechterarm is flink gekneusd. Zijn cockpit begint meteen vol te lopen met water en ondanks dat hij gewond was lukt het hem op met z’n laatste krachten uit de cockpit te kruipen en naar de kant van de rivier te zwemmen. Uitgeput en met doorweekte kleding probeert hij uit de rivier te klimmen. Het is dan in Obbicht ongeveer 17:00 uur.
Hierbij werd hij geholpen door 2 inwoners van Obbicht, naar verluidt Joost van Geel en Wim van Tienen. Ze spreken geen Engels maar zagen wel dat de piloot gewond was en besloten om hem te helpen. Ze namen Lt. David Kling mee naar hun huis (Maasstraat 9) om hem uit de handen van de Duitsers te kunnen houden. Lt. David Kling zijn militaire kleding was helemaal doorweekt van het maaswater en ze helpen hem door hem een beetje te wassen. Ze voorzien de piloot van burgerkleding. Het was namelijk veiliger om niet meer met militaire kleding rond te lopen in Obbicht.
Deze heldhaftige inwoners van Obbicht die hem geholpen hadden om uit de Maas te komen zochten vervolgens contact met dokter Viktor Duijsens uit Grevenbicht die naar hun huis werd gehaald. Dr. Duijsens verrichtte eerste hulp aan Lt. David Kling en bracht verband aan om zijn hoofd. Door de harde klap van de noodlanding had Lt. David Kling hersenschudding, een hoofdwond en een gekneusde rechterarm opgelopen. Dr. Duijssens was de enigste die een beetje Engels praatte.
Diezelfde avond rond 21:30 uur verscheen er in het huis aan de Maasstraat een Nederlandse militair en een man die N.Lewis heette. Lewis woonde op het adres Maasstraat 11 of 18? In Obbicht.
Omdat het niet veilig genoeg was om op het adres in de Maasstraat te blijven werd er besloten om een ander schuiladres voor de nacht te zoeken. Lt. David Kling ging toen samen met de Nederlands militair en N.Lewis naar het huis van schoolhoofd Eduard Beek. Lopend door de donkere straten van Obbicht hebben ze er ruim een kwartier over gedaan voordat ze bij het huis van Eduard Beek bereikte (Kempenweg 55). Dezelfde avond kwam er in het huis een jongeman langs van 18 jaar oud, H. Becker uit Willemskade. Hij vertelde dat het huis op de Kempenweg een stopplaats was van het ondergrondse.
In dit huis heeft Lt. David Kling de nacht doorgebracht en is hier gebleven tot de volgende dag 11:30 uur, het was toen 19-09-1944. Een van zijn helpers zocht contact met een patrouille van het Amerikaans leger van het 2de Armored Division die zojuist Obbicht en Grevenbicht bevrijd hadden.
De patrouille van de Amerikanen zijn toen naar het huis gekomen en hebben Lt. David Kling meegenomen. Waarschijnlijk waren ze van het 67ste company. Ze brachten hem naar een behandelcentrum en vandaar uit ging hij naar 5e evacuatie ziekenhuis (20-09-1944) in de buurt van het Belgische Eupen. Hier verbleef Lt. David Kling 24 uur ter controle. Vanuit dit ziekenhuis ging hij verder op 21-09-1944 naar Parijs. Op 22-09-1944 werd Lt. David Kling vanuit Parijs terug naar Engeland gevlogen.
In die tijd was het van belang om piloten zo snel mogelijk weer beter te maken en terug te laten keren naar hun vliegbasis om hun werkzaamheden te kunnen hervatten. Een achtergebleven vliegtuig, zoals de P-47 Thunderbolt in Obbicht, daar maakte men zich niet zo druk om, het toestel was toch afgeschreven en het weghalen kon ook wel op een later tijdstip gebeuren. Oorlog blijven voeren was op dat moment veel belangrijker. Door de mindset van dat moment is het dan ook niet verwonderlijk dat een gevaarte zoals dit vliegtuig in Obbicht eigenlijk onbeheerd in de rivier lag en dat weinig mensen zich zorgen hierover maakte. Wellicht is dit ook een van de oorzaken geweest dat 3 jonge knapen uit Obbicht van de leeftijd van ongeveer 18 jaar zich gewaagd hebben aan het bezoeken van de plek waar het vliegtuig was neergekomen op zoek naar avontuur. Door de harde landing van de Thunderbolt P-47 was er diverse munitie uit het vliegtuig gevlogen alvorens het vliegtuig in de Maas belande.
Een dag later………een tragedie in Obbicht
De volgende dag dinsdag 19 september werd Obbicht en Grevenbicht bevrijdt door de Amerikanen en veel last van de Duitsers hadden ze niet meer in Obbicht. Dat zal ook wel de reden zijn geweest van het feit dat de Duitsers niet het vliegtuigwrak hebben bewaakt of op zoek zijn gegaan naar de Amerikaanse piloot. Rond het middaguur waren 3 jongemannen in de leeftijd van ongeveer 18 jaar samen aan het spelen bij de Maas. Het waren Jan de Wildt, Jo Hecker en Sjaak Kitzen. Ze speelde aan het begin van de dijk, daar waar nu het monument van Willem van Oranje staat in de Maasstraat in Obbicht. In de verte zagen de jongens het vliegtuigwrak liggen aan de Maas. De ouders hadden deze ochtend nog hun kroos gewaarschuwd met de woorden: “Ga niet naar het vliegtuigwrak, want daar is het gevaarlijk”, maar toch konden de jongemannen de verleiding niet weerstaan om het vliegtuig te bezoeken en op zoek te gaan naar avontuur.
En dat avontuur hebben ze gekregen, alleen liep het anders dan gepland. De jongens zijn toen vol spanning de dijk afgelopen en kwamen aan bij het vliegtuigwrak. Rond 14:00 uur hebben de jongemannen rondom het vliegtuig projectielen gevonden die door de klap van de noodlanding uit het vliegtuig zijn gekomen. Met deze projectielen zijn ze aan de haal gegaan. Met deze projectielen zijn ze gaan spelen en het verhaal gaat rond dat ze met deze munitie zijn gaan gooien. Bij een van die projectielen is er toen iets fout gegaan waarbij het projectiel ontplofte. Jan de Wildt was het dichts in de buurt en was op slag dood. Hij werd geraakt aan zijn hoofd. Jo Hecker die ernaast stond werd zwaargewond getroffen in z’n buik en benen en Sjaak Kitzen, die iets verder stond, raakte gewond aan zijn oren. (Leon Hecker, zoon van Jo verklaarde later aan mij dat zijn vader niet veel hierover heeft verteld in zijn leven, behalve dat het echt erg was en dat de Amerikanen zijn leven hebben gered. Jo heeft zijn hele leven scherven in zijn benen meegedragen en hier had hij vaak pijn van. Sjaak Kitzen heb ik zelf erg goed gekend en ik weet dat hij aan een kant een slecht gehoor had en dat hij dat hieraan te danken had).
Rond 15:00 uur werd er in het dorp van Obbicht duidelijk dat er een ongeluk was gebeurd aan de Maas bij het neergestorte vliegtuig.
Joost van Geel uit Obbicht is toen naar de plek des onheils gegaan en trof daar de jongens aan. Joost van Geel heeft Jan toen nog gewassen om te kijken of hij kon helpen maar dat bleek tevergeefs. In de jas van Jan de Wildt trof hij nog een ander projectiel aan. Dat had hij blijkbaar mee naar huis willen nemen. De zwaargewonde Jo Hecker is toen door Toon van Geel naar meester Beek gebracht, alwaar ook de Amerikaanse piloot had verbleven.
Diezelfde middag is Meester Beek met de zwaargewonde Jo Hecker naar de Amerikanen gegaan die die dag Obbicht en Grevenbicht bevrijd hadden. Samen met de Amerikanen zijn ze naar het ziekenhuis in Maastricht gebracht. Ze waren op tijd in het ziekenhuis en konden geholpen worden. Jo kon na een operatie gered worden.
Crashplaats en verklaringen inwoners van Obbicht:
In Grevenbicht heeft Roy Jacobs een streekmuseum over de Tweede Oorlog in de Watermolenstraat. In het streekmuseum ligt een schenking van ene A. Hecker uit Obbicht in de vitrine. Het is een stuk van de cockpitkap van het vliegtuig dat in Obbicht is neergestort. De cockpitkap is van plexiglas gemaakt en door de jaren heen is het plexiglas gebruikt om voor inwoners van Obbicht kruisjes te maken. Antoon Hecker heeft uiteindelijk het laatste deel aan het museum geschonken. Omdat ik uit Obbicht oorspronkelijk kom ken ik de meeste inwoners en wist ook wie Antoon Hecker was. Ik heb contact met hem gezocht en we maakten een afspraak.
Het was een mooie zonnige zondagochtend in oktober 2016 als ik afgesproken heb in Obbicht aan de Maas met Toon Hecker, wonende te Born en geboren en getogen in Obbicht. Toon is de omliggende dorpen bekend als de huisschilder van het kasteel in Obbicht, iets wat hij al ruim 40 jaar doet. Toon is de jongere broer van Jo Hecker en kan zich alles rondom de Thunderbolt P-47 van Obbicht nog goed herinneren, hij was destijds 10 jaar oud.
Toon en ik kennen elkaar van vroeger aangezien ik als kind aan de Ecrevissestraat in Obbicht woonde, net als Toon en zijn gezin, daar waar zijn vrouw Annie het postkantoor runde. Toon en ik hebben afgesproken aan de Maas omdat hij mij de exacte locatie kan aanwijzen waar de Thunderbolt P-47 aan de Maas is terechtgekomen. Toon kan de plek nog goed herinneren omdat als de Maas hoog stond en deze weer ging zakken dat op de bewuste plek veel vissen opgesloten zaten tussen de omliggende maaskeien en deze vissen waren dan makkelijk te vangen. Niet ver van de Schietstang van de schutterij wees Toon na al die jaren de exacte locatie aan van de crashsite. De crashsite kun je uitsluitend in september/oktober bezoeken omdat in de andere maanden de waterstand van de Maas te hoog is om de plek te vinden. Vandaag staat de Maas iets lager dan ten tijde van de crash ongeluk begint Toon.
Later verklaart Lt. David Kling dat hij een flinke klap heeft gemaakt met het vliegtuig en dat hij dacht dat het vliegtuig flink beschadigd was. Hij heeft het echter niet goed kunnen zien omdat het vliegtuig snel vol liep met water
Precies in het stuk waar het maaswater “gevangen” is door de maaskeien, die er bewust aangelegd zijn om de stroming te breken van het maaswater dat uit de bocht van Obbicht komt, was de Thunderbolt P-47 terecht gekomen. Toon gaf aan dat het vliegtuig op het water is geland en toen op deze plek hard tot stilstand kwam. (door de grindwinning is deze locatie nu niet meer te zien sinds 2017)
Toon kan zich herinneren dat de Thunderbolt P-47 geen zichtbare schade had, echter je kon het ook niet goed zien. Het toestel zat namelijk gedeeltelijk onder water en de cockpit stak boven het water uit. Het vliegtuig bleef als het ware op zijn vleugels drijven. De onderkant waarop de Thunderbolt een buikschuiver had gemaakt kon je niet zien. Doordat de Thunderbolt P-47 niet geheel onder water stond konden heldhaftige Obbichtenaren de piloot uit zijn benarde positie redden. Blijkbaar waren de verwondingen ernstig waardoor de piloot niet op eigen kracht uit de cockpit kon komen.
Deze heldhaftige Obbichtenaren waren Wim van Tienen en Joost van Geel. Ze hebben de gewonde piloot uit zijn benarde situatie gehaald en besloten om hem naar Eduard Beek, beter bekend als Meester Beek, te brengen die op de Kempenweg nr. 55 woonde. Meester Beek was het schoolhoofd van de basisschool in Obbicht. Daar zou de Amerikaanse piloot verzorgd worden en de maandagnacht doorbrengen.
Meester Beek was Eduard Beek en hij was getrouwd met Julienne de Crau en is gestorven op 12 maart 1982. Ze woonden op de Kempenweg 55. Ze hadden 1 dochter (niet biologisch kind), Mariska die getrouwd was en kinderen had.
Volgens Wil Smits uit Obbicht (88 jaar in 2016) kwam de P-47 Thunderbolt aanvliegen vanuit Berg aan de Maas en volgde hij de Maas. Het toestel vloog tussen de Maas in. In Obbicht iets verder dan de Schietstang van de schutterij boorde de P-47D zich in de dijk. Het toestel zat met de kop in de dijk volgens Wil. Het vliegtuig was in tweeën gebroken. Hij wilde er naar toe gaan maar werd tegengehouden door zijn oudere broer, maar goed ook verklaart hij later in 2016. Wil kan zich niet meer herinnerend of dat de P-47D in brand stond maar wist wel nog te vermelden dat het vliegtuig een enorm kabaal maakte waarbij de motor nog liep. Hij gaf verder aan dat er geen ontploffing te horen was. Wil lag namelijk met zijn oudere broer op de dijk toen de P-47D kwam aanvliegen. De broer van Wil is toen boven op hem gaan liggen en heeft gewacht totdat het vliegtuig langs was gevlogen. Volgens de verhalen heeft de piloot de crash overleefd zegt Wil. Ene Joost van Geel zou de piloot gered hebben en de dag erna aan de Amerikanen hebben overgedragen. De brokstukken hebben ze later opgeruimd. Jan de Wildt die omkwam had nog een aantal broers zegt Wil.
Meerdere mensen hebben op de crashsite spullen gevonden en meegenomen naar huis als aandenken aan het vliegtuig. Eén van de gevolgen daarvan werden pijnlijk duidelijk op zondag 24 september., enkele dagen na de crash. Dhr. Kaashoek, wonend in de Maasstraat in Obbicht liep naar zijn schuur om daar ook aan een van de gevonden projectielen te gaan sleutelen. Ook hier ging het mis en de mensen in de straat hoorde een flinke knal uit de schuur komen. Het projectiel was eveneens ontploft, waarbij Dhr. Kaashoek enkele vingers kwijtraakte en ernstige verwondingen aan zijn gelaat en borst opliep.
In de zoektocht naar informatie ben ik op bezoek gegaan bij Bob van Tienen in België, Bob is de zoon van Wim van Tienen en via hem hoopte ik meer informatie te vinden over deze gebeurtenis. Bob verteld me dat zijn vader inderdaad de piloot geholpen heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog en veel meer dan dat kan hij zich niet herinneren. Hij weet wel dat de piloot naar zijn idee ene David Kling moet geweest zijn, dat is hem altijd bijgebleven. Dank zij Bob zijn verklaring ben ik achter een naam gekomen van de piloot en dat bleek achteraf inderdaad de juiste persoon te zijn. Zonder de naam die Bob me heeft doorgegeven had ik dit onderzoek niet veder kunnen uitvoeren. Dit komt mede omdat in alle officiële rapporten van de Nederlandse overheid gesproken werd over Lt. Jesse Rouintree die in Obbicht zijn leven zou zijn verloren. Nader onderzoek wees uit dat deze Jesse omgekomen is nabij Düren in Duitsland. Bob kon zich verder herinneren dat hij wel eens een foto van de piloot heeft gezien die had zijn familie vroeger. Hij heeft geen idee hoe de familie aan de foto is gekomen. Vanuit de familie van David Kling heb ik inmiddels begrepen dat hij nooit meer is teruggekeerd naar Nederland na de oorlog.
Vliegtuigwrak:
Het neergestorte vliegtuig heeft er weken gelegen, mede omdat ze in Obbicht en omstreken net bevrijd waren en zich niemand in de buurt van het vliegtuig durfde te begeven omdat het te gevaarlijk was gebleken. Eigenlijk wist ook niemand aan wie dat vliegtuig nu toebehoorde en wie het moest opruimen. Enkele weken na de crash, toen de waterstand van de Maas weer steeg is het vliegtuig losgeraakt van de plek (omdat het dreef op haar vleugels) en naar de overkant van België gespoeld, niet ver van de plek in Obbicht. Ook daar heeft het nog een tijdje gelegen waarna het na enkele weken ineens verdwenen was. Het zou kunnen zijn dat aan de Belgische kant van de Maas het vliegtuigwrak geborgen is maar het is ook niet ondenkbaar dat het vliegtuigwrak met de stroming verder mee is gesleurd. Helaas zullen we hier nooit het antwoord op vinden.
Om verder onderzoek te doen heb ik een gezocht naar een luchtfoto van Obbicht uit WW2 en kwam tijdens het onderzoek een luchtfoto tegen van 3 december 1944. Deze foto heb ik aangeschaft via een gespecialiseerd bedrijf, wat het mogelijk maakte dat ik de foto goed kon inzoomen om zo de details van de crashsite te onderzoeken. Deze foto is 78 dagen na de crash genomen vanuit een Amerikaans militair vliegtuig en hierop kun je duidelijk zien dat het waterpeil van de Maas alweer gestegen is en dat de Thunderbolt P-47 nier meer op originele plek ligt en ook niet aan de Belgische kant. Binnen 11 weken na de crash is het vliegtuigwrak dus alsnog geborgen/ weggedreven.
Diverse keren heb ik op de plek waar het vliegtuig neergekomen was een grondonderzoek gedaan met detectie apparatuur, maar nooit heb ik iets tastbaars kunnen vinden.
Jan de Wildt:
Jan woonde in Obbicht en was tijdens zijn ongeval 18 jaren oud. Jan had een jongere zus, Wies de Wildt. Wies trouwde later met Pit Kentgens en kregen 4 zonen. Een van deze zonen is Math Kentgens die vroeger leraar was op de basisschool in Obbicht. Ik ken Math goed en heb destijds contact met hem gezocht. Ik heb toen van Math een kopie gekregen van het dodenprentje van Jan, zijn oom.
Wat staat er te lezen in de officiële rapporten:
Officiële bronnen:
In officiële onderzoeken vanuit de overheid was naar voren gekomen dat het vliegtuig dat in Obbicht neergestort was een P-47 Thunderbolt was van piloot Jesse Rouintree. Hij zou die dag vliegen met het 386ste Fighter Squadron
Een medeonderzoeker waarmee ik veelvuldig contact had is Jean Luc van de Borne. Jean was bezig met het onderzoek naar eveneens een P-47 Thunderbolt vliegtuigcrash van 18 september bij hem in het dorp Thiméon, België. In zijn dorp is Lt. Moreland om het leven gekomen en met Jean Luc heb ik hier samen wat onderzoek naar gedaan en een grondonderzoek met detectieapparatuur uitgevoerd waarbij we vliegtuig resten aangetroffen hadden. In ons onderzoek kwam naar voren dat het vliegtuig in Obbicht gewoon weg niet tot het 386ste Fighter Group kon behoren. Uiteindelijk kreeg Jean Luc via een vriend uit de USA een document in handen waarin alles stond beschreven over het gebeuren in Obbicht en dat het inderdaad om Lt David Kling ging zoals Bob van Tienen me verteld had. Het document bevat een handgeschreven getuigen verklaring van de piloot zelf en de familie heeft me bevestigd dat dit zijn eigen handschrift is.
Lt. David Kling is overleden op zaterdag 23 maart 2013, aan de gevolgen van kanker na een kort ziekte bed, hij werd 91 jaar. Hij was de zoon van Adolph en Mamie Kling. Tijdens zijn leven heeft hij zijn grote liefde en vrouw Dottie Kling en zijn dochter Karin Luna verloren. Verder heeft hij een dochter Kim, die getrouwd is met David Litz. Zijn kleinkinderen zijn Michael Linhart, Kelly Summers en Michelle Kuilman. Ten tijde van zijn studie werktuigbouwkunde aan de Case Western in Cleveland werd Lt. David Kling in de luchtmacht opgenomen. Na zijn overlijden is er aandacht besteed tijdens zijn uitvaart aan het feit dat hij 1944 met zijn vliegtuig werd neergeschoten terwijl hij over Nederland vloog waar hij door Nederlandse boeren werd gevonden. Zij hebben hem uit de handen van de vijand kunnen houden en hebben ervoor gezorgd dat hij veilig kon terug keren naar Engeland. Na zijn ontslag uit het Air Force in 1945 werd David (voor vrienden Dave) zanger van een lokale bigband en zong hij veel op bruiloften. Hij ging werken bij Johnson Control en op 64 jarige leeftijd ging hij aan de slag als koerier bij Northwest Savings Bank en ging pas met pensioen toen hij 90 was.
Ik heb tijdens mijn onderzoek heel veel contact gehad en nog steeds met Michael Linhart. Michael is de zoon van Karin Luna Kling, de dochter van Lt. David Kling. Karin is geboren op 19 februari 1953 en stierf op 28 oktober 2005, 54 jaar oud
Van Michael heb ik vernomen dat Lt. David Kling nooit meer terug is geweest naar Nederland. Hij gaf aan dat Lt. David Kling daar nooit de mogelijkheid voor heeft gekregen. Hij is altijd de mensen uit Obbicht dankbaar gebleven.
Ook ben ik via Michael in contact gekomen met Kim en Dave Litz. Kim Litz is de dochter van David Kling. Onderstaande is wat ze met later stuurde:
"This is amazing story! Kimmers dad (David Kling) was shot down over Holland during World War Two, he was rescued by a family. They gave him medical attention and kept him hidden in their home until the Americans could get in and retrieve him. Many many years went by and a gentleman from that village named Bas Bruls had always heard as he grew up about the story of the American fighter pilot that crashed landed in his village. Bas being fascinated with the story told to him by his elders set out to investigate just who this pilot was. Bas found the exact spot where Lt. Kling’s plane had crashed after sliding through a field and ended up partially submerged in a river. Bas’s research uncovered the mission her father was on and much much more . An incredible day for kimmers was when Bas Bruls reached out to her family through the the internet and ultimately made contact with her personally! Bas Bruls was touched by the fact he found Lt Kling’s daughter and kimmers was just as overwhelmed with emotion learning about this mans quest. Today, a memorial was placed at the crash site in the village honoring kims dad and to all who served and sacrificed. Thank you Bas Bruls so much!"
Familie foto's en gegevens
David Kling voor zijn P-47 Thunderbolt. foto ontvangen van zijn dochter Kim Litz
David Kling met zijn kleinzoon Michael Linhart met wie ik al jaren contact onderhoud
David Kling met zijn dochter Kim Litz
Plek waar het vliegtuig tot stilstand kwam in Obbicht. foto heb ik genomen in 2016.
Plek is na graafwerkzaamheden in 2017 niet meer zichtbaar
David Kling ontvangt de Purple Heart medaille voor zijn crash in Obbicht. foto ontvangen van zijn dochter Kim Linz
Krant artikel over Purple Heart ontvangst van David Kling in de Erie Daily van 22 december 1944
In samenwerking met RivierPark Maasvallei hebben we in Obbicht aan de Maas een gedenkbord gerealiseerd in november 2020
Amerikaanse piloot voor altijd verbonden met Obbicht