Vliegtuigcrash Aalbeek op 18 september 1944
P-47 Thunderbolt crash
Maandag 18 september 1944 was er veel vliegverkeer in de lucht boven Limburg. Het was een komen en gaan van geallieerde bommenwerpers en jachtvliegtuigen. Het was de eerste dag na de bevrijding van enkele Zuid-Limburgse dorpen en die datum ging de geschiedenisboeken in als de start van operatie Market Garden.
De 9de Amerikaanse luchtmacht nam die dag deel aan operatie Market Garden met haar jachtvliegtuigen en bommenwerpers. Een deel van haar vloot behoorde toe aan het 365ste Fighter Group, dat was onder verdeeld in diverse Fighter Squadrons. De 365ste Fighter Group werd ook wel de “Hell Hawks” genoemd. De 365ste Fighter Group was onderverdeeld in het 386ste, 387ste en het 388ste Fighter Squadron.
Het 386ste Fighter Squadron werd op 18 september 1944 geleid door majoor William D. Ritchie. Om 16:10 uur stegen twaalf P-47 Thunderbolt jachtvliegtuigen op vanaf vliegveld Juvincourt in Noord-Frankrijk. Het doel van deze missie was om grondtroepen in de buurt van de Duitse stad Aken te ondersteunen. Negen namen van de twaalf piloten die deelnamen aan deze missie waren Howard Dentz, George Porter, Melvin Miller, John Cave, Valmore Beaudrault, Clarence Moreland, Jesse Rouintree, William Ritchie en James Rogers.
De vliegtuigen vlogen die dag rond 17:00 uur in de buurt van Aken op een hoogte van tweeeneenhalve kilometer. Ze zagen toen, op een hoogte van vier kilometer een stuk of 36 Duitse Focke Wulf 190 en Messerschmitt 109 jachtvliegtuigen vliegen die op de terugweg waren van hun missie in Nederland voor operatie Market Garden.
De Duitse piloten merkten de Amerikanen op en enkele vliegtuigen keerden terug om de Amerikaanse vliegtuigen aan te vallen. Deze groep Thunderbolts splitste zich daarop in de lucht en er ontstonden diverse luchtgevechten tussen beide luchtmachten.
De Amerikaan Lt. Clarence Moreland werd geraakt door de kogels uit een Duitse jager en raakte gewond aan zijn benen en armen. Hij meldde over de radio dat hij zijn bewustzijn dreigde te verliezen en dat zijn cockpit vol rook stond. Een andere Amerikaanse piloot ging daarom naast hem vliegen en probeerde Moreland te begeleiden naar het dichtstbijzijnde vliegveld in veilig gebied. Boven België verloor Lt. Moreland echter zijn bewustzijn en daarmee de controle over zijn vliegtuig. Hij stortte neer op drie kilometer afstand van zijn vliegbasis in Thiméon.
Een andere Amerikaanse piloot -Lt. Jesse Rouintree- raakte ook in een gevecht en stortte eveneens neer. Geen van zijn collega piloten hebben gezien dat hij in een luchtgevecht terecht was gekomen. Later zou blijken dat hij zijn leven had verloren in de buurt van het Duitse Düren.
De Amerikaanse Lt. John Cave raakte ook in gevecht met Duitse jagers en vloog daarbij boven Nederlands grondgebied. Lt. John Cave achtervolgde een Duitse Focke Wulf 190 en vuurde zijn kogels op het toestel af. Deze Duitse jager vloog daarop in brand waarna het vliegtuig als een vuurbal tegen de grond te pletter sloeg. Het zou hier vermoedelijk gaan om de Focke Wulf 190 met serienummer 171539 van Karl Willie, die op grondgebied van de gemeente Munstergeleen zijn leven liet.
Nadat Lt. John Cave het Duitse vliegtuig neergeschoten had trok hij zijn vliegtuig weer op om op zoek te gaan naar zijn “wingman” maar voordat hij het in de gaten had werd hij door een ander Duits toestel achtervolgd welke hem onder vuur nam. Cave’s P-47 Thunderbolt werd flink geraakt waarna zijn vliegtuig een draai maakte en meteen de grond indook. Lt. John Cave kreeg geen tijd meer om zich in veiligheid te brengen. Hij stortte neer in Aalbeek op nog geen tien kilometer afstand van Munstergeleen waar hij net dat Duitse toestel had neergeschoten. Hij kwam hierbij om het leven.
De Amerikaanse Lt. Howard Dentz, die hiervan in de lucht getuige was, achtervolgde op zijn beurt de Duitse Focke Wulf welke Lt. John Cave boven Aalbeek neergeschoten had. Toen hij het Duitse toestel naderde vuurde hij zijn kogels af op het vliegtuig waarna deze in brand vloog. Het Duits vliegtuig begon te spinnen en kwam met een flinke klap tegen de grond, wat een vuurbal veroorzaakte. Tot op de dag van vandaag weten we niet waar dit toestel neergekomen is, maar vermoedelijk ergens in Duitsland.
De Amerikaanse Lt. James Rogers werd ook uit de lucht geschoten maar kon op veilig terrein een noodlanding maken waardoor hij later kon terugkeren bij zijn squadron.
De overige piloten van het 386ste Fighter Squadron besloten om terug te keren naar hun basis en maakten daar de balans op van hun missie. Lt. John Cave, Lt. Clarence Moreland en Lt. Jesse Rouintree waren die dag om het leven gekomen.
Aan de Duitse zijde waren er eveneens vier verliezen geleden door toedoen van het 386ste Fighter Squadron.
Lt. Howard Dentz, majoor William Ritchie, Lt. John Cave en Capt. George Porter waren verantwoordelijk voor deze Duitse verliezen.
Onderzoek
Het Zuid-Limburgse dorp Aalbeek was op 18 september 1944 al bevrijd door de Amerikanen en er heerste een feeststemming in het kleine dorp. Eindelijk waren de inwoners bevrijd en voelde men dat het einde van de Tweede Wereldoorlog niet meer lang op zich liet wachten.
Boven hen vlogen de geallieerde vliegtuigen richting Nijmegen en Arnhem om daar de luchtlandingstroepen te beschermen en te ondesteunen en op straat reden veel militaire voertuigen. Er was die dag ook veel verkeer op de Aalbekerweg.
De Amerikanen waren bezig met het opzetten van hun tentenkampen in een weide aan de Bosscherweg. Het was die maandag in de late namiddag dat de dan 11-jarige Toine Verheijen uit Aalbeek samen met een vriend aan het spelen was bij een transformatorhuisje. Tijdens het spelen hoorden ze ineens mitrailleurschoten en zagen ze een vliegtuig laag vliegend, komend vanaf de richting Nuth. Het was hen niet duidelijk wie er schoot, was het de piloot in het vliegtuig of werd er vanaf de grond geschoten? Niet veel seconden later maakte het vliegtuig een scherpe bocht en boorde zich in de grond op een paar honderd meter afstand aan de Bosscherweg. Door de enorme schrik van dat gebeuren durfden de jongens niet meteen te gaan kijken, maar dat er een vliegtuig was neergestort was wel duidelijk. De klap van de crash was blijkbaar zo enorm geweest dat de motor van het vliegtuig ongeveer dertig meter verder lag dan de rest van het vliegtuig. Het neergestorte vliegtuig was van het type P-47, Thunderbolt.
Een dag later, dinsdag 19 september 1944 ging Toine Verheijen samen met z’n kameraad Gène Collaris (1932-2009) toch maar eens een kijkje nemen bij het vliegtuigwrak. Dat was zo uit elkaar gespat, dat de onderdelen verspreid lagen over diverse weilanden. Toen er niemand in de buurt was besloten ze om één en ander van dichtbij te gaan bekijken. Het wrak lag in de wei van de familie Habets. De piloot die erin gezeten had troffen ze niet meer aan. Deze was waarschijnlijk al door de Amerikanen, die hun tentenkampen aan de overkant hadden opgebouwd, tussen de wrakstukken uitgehaald. In het dorp Aalbeek ging het verhaal al snel rond dat de piloot bij de crash was omgekomen.
Toine en Gène bekeken het vliegtuigwrak en ze besloten om ter plekke daaruit enkele onderdelen te breken, die ze vervolgens mee naar huis namen. Dat was toen erg spannend, maar nu jaren later was men toch de mening toegedaan dat het toen niet zo'n slim idee was geweest. De onderdelen namen ze mee door de weiden naar de boerderij van de ouders van Gène Collaris (Aalbekerweg 87/89). Hoe ze het voor elkaar hadden gekregen herinnerde Toine zich niet meer maar ze hadden in ieder geval één van de acht Browning punt 50 mitrailleurs met munitie uit het vliegtuig gehaald en meegenomen naar de boerderijschuur. Op het moment dat ze daarmee wilden gaan spelen kwam de vader van Gène Collaris de schuur binnenlopen. Het werd -na een flinke scheldpartij- al snel duidelijk dat dit wapen terug gebracht moest worden. De jongens zijn toen braaf terug door het veld gelopen met dit wapen en munitie en hebben het weer terug bij het vliegtuigwrak gelegd.
Toen ik in 2018 bezig was met het onderzoek, zocht ik contact met Peter Hoveling. Peter was eigenaar van B&B de Wandelgids in Aalbeek. Hj was tevens voorzitter van Buurtvereniging Aalbeek. Peter bracht me in contact met Edwin Verheijen en plaatste een verzoek tot meer informatie over de crash in de nieuwsbrief van de buurtvereniging.
Edwin Verheijen was geïnteresseerd in de geschiedenis van Aalbeek en deed daar historisch streekonderzoek naar. Edwin vertelde me dat zijn vader, Toine, destijds als 11-jarige jongen het neerstorten van het vliegtuig in Aalbeek had meegemaakt. Edwin die in Spanje woonde bracht me in contact met zijn vader.
Toine ontmoette ik voor het eerst in november 2018 toen hij me uitnodigde om bij hem in Aalbeek langs te komen. Zittend in de woonkamer vertelde hij mij zijn verhaal. Hij wist het zich nog goed te herinneren. Zo vertelde hij me dat hij destijds onderdelen van het vliegtuig had verzameld en dat hij na al die jaren nog steeds twee originele onderdelen van het vliegtuig in zijn bezit had. Dat was een stuk plexiglas van de cockpit kap alsmede een metalen voorwerp van zo’n tien centimeter met magneten erin. Vermoedelijk was dat metalen voorwerp iets van de motor geweest. Op het onderdeel stonden geen nummers waardoor het niet meer te achterhalen was welk onderdeel het betrof. Toine heeft mij later in de tijd het metalen voorwerp geschonken en daar ben ik hem nog steeds heel erg dankbaar voor.
Na het verhaal van Toine en het bekijken van de vliegtuigonderdelen besloten we om even te gaan kijken naar de locatie waar het vliegtuig in 1944 was neergestort. Toine wees me de plek aan en we besloten om even navraag te doen bij de perceel eigenaar René Janssen. In de fruitweide van René was namelijk de motor van het vliegtuig van Lt. John Cave terecht gekomen.
Toine stelde me voor aan René Janssen en René gaf tekst en uitleg over wat hij zich herinnerde. René wees ongeveer de plek aan waar de motor had gelegen. Het vliegtuigwrak was destijds opgeruimd maar de motor was er nog een tijdje blijven liggen. De motor werd toen op deze plek ingegraven, zo ging dat vroeger. Eind jaren 40 had busbedrijf “De Valk” uit Valkenburg de motor uit de grond getrokken met een autobus en meegenomen naar hun werkplaats.
De plekken waar de diverse wrakstukken van de P-47 Thunderbolt neergekomen waren was nu een weiland waar koeien stonden te grazen alsmede een fruitweide. In deze koeienweide was het vliegtuig neergekomen en de motor was doorgeschoten naar een plek dichter bij de Bosscherweg, ter hoogte van de fruitweide van René Janssen.
René vertelde verder dat hij nog ergens een stuk van een lamp van het vliegtuig had liggen; dat had hij altijd bewaard. Hij kon zich namelijk niet herinneren dat hij dit had weggegooid. René gaf aan dat de fruitweide ten tijde van de vliegtuigcrash er heel anders uitzag en dat ze in de jaren daarna deze weide ooit veranderd hadden. De oude fruitbomen werden toen verwijderd en het hele stuk land werd omgeploegd. Daarna zijn nieuwe fruitbomen geplaatst. In die tijd waren nog stukken metaal gevonden, maar die kwamen bij het oud ijzer terecht. René ging ervan uit dat er nog wel wat kleine stukjes metaal in grond konden zitten.
Vervolgens kwam ik in contact met Frank Custers die eigenaar was van het perceel waar het vliegtuig van Lt. John Cave neerkwam. Hij vertelde me dat de plek waar nu de koeien stonden te grazen nooit veranderd was. De weide was nooit geploegd en hij was dan ook van mening dat er nog stukken metaal in de grond zouden kunnen zitten. Franks vader had deze boerderij gekocht rond 1960 en ze wisten niets van een neergestort vliegtuig af. Alleen grondonderzoek zou hier een antwoord op kunnen geven. Van Frank kreeg ik toestemming om over de weide te lopen en te zoeken naar restanten van de P-47 Thunderbolt van Lt. John Cave.
Huub Ramaekers
Op zaterdag 26 januari 2019 maakte ik kennis met Hub Ramaekers en zijn vrouw, die samen in Heerlen woonden aan de Horatiusstraat. Hub was geboren en getogen in Aalbeek aan de Bosscherweg en woonde in zijn jeugdjaren langs deze weg op een boerderij die vrij in het veld lag. Hub was geboren op 5 oktober 1930 en was bijna 14 jaar oud toen de piloot van de Thunderbolt om het leven kwam. Hij had ook nog twee jongere broers, de tweeling Harrie en Pierre Ramaekers die pas in 1945 werden geboren.
Hub had mooie herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Het was een spannende tijd en de Duitse militairen waren vriendelijk tegen de inwoners. In feite waren deze Duitsers maar een paar jaar ouder dan Hub en ze hadden geen last van elkaar. Ze speelden samen voetbal, organiseerden hardloopwedstrijden en maakten af en toe wat lol samen.
Hub zat in Valkenburg op school en kende voor zijn leeftijd al heel wat Engelse woorden. Dat zou later nog van pas komen toen de Amerikanen hun intrek deden op de velden aan de Bosscherweg. Aalbeek werd door de Amerikanen bevrijd op 17 september 1944 en Hub werd al snel door de Amerikanen als hun tolk gebruikt. Hub vertelde dat zijn vader en grootvader boeren waren en dat zij geen Engels spraken.
Hun boerderij lag rustig in het veld en daar zouden de Amerikanen hun tenten opzetten zodat er niemand last van hun aanwezigheid zou hebben. Op het veld rechts naast hun boerderij werd het Amerikaanse kamp opgeslagen.
Een dag later was er van alles gaande aan de Aalbekerweg tussen Hulsberg en Nuth. Veel voertuigen reden af en aan gedurende deze dagen en de inwoners zagen tanks, jeeps, vrachtwagens, kanonnen en nog meer materieel voorbijkomen. Voor jonge jongens reuze interessant maar de meisjes bleven liever binnen.
Hub liep als jochie van 13 jaar vanaf hun boerderij richting de grote weg, toen ineens een Amerikaan op hem af kwam rennen en hem meetrok in de greppel langs de weg. Verbijsterd van schrik en het lawaai zag hij een vliegtuig op geringe hoogte over heem heen vlieen en dat deze crashte in de nabijgelegen weide. Hub stond samen met de Amerikaan op uit de greppel en ze zagen iets wat je voorstellingsvermogen te boven ging. In verschillende weilanden lagen grote en kleine brandende brokstukken. Ook zagen ze de piloot van het vliegtuig met zijn parachute neerstorten op een van de brandende brokstukken. Hub meende zich te herinneren dat de parachute meteen vlam vatte en dat de piloot nog zijn jas openritste en er iets uithaalde en weggooide. De piloot verbrandde levend. De Amerikaanse militair heeft Hub toen meteen weggehaald bij de crashsite om hem dit leed niet te laten zien. Al snel waren er meerdere Amerikanen die zich naar de plek des onheils begaven. De Amerikanen hadden immers hun tenten opgesteld in de weide tegenover deze plek. Het lichaam van de piloot is toen in een lijkenzak gestopt en weggedragen.
Hub toonde op zijn computer enkele foto’s van de Bosscherweg van een paar jaar geleden en hij wees exact dezelfde plek aan die ook Toine en René als de plek van de crash aangewezen hadden.
De dag na de crash mocht iedereen de crashsite bezoeken en kon je de diverse grote en kleine brokstukken verspreid over verschillende weilanden zien liggen. Hub herinnerde zich nog goed dat ze op de vleugels speelden en dat ze op diverse brokstukken klommen. Hoe het wrak uiteindelijk was opgeruimd wis thij niet meer.
Hub vertelde me dat toen het vliegtuig neergekomen was hij heel veel munitie hoorde exploderen. Dit moeten de patronen van de Browning machinegeweren zijn geweest die aan boord van het vliegtuig ingebouwd waren.
Twee dagen na de crash, op 20 september 1944, kreeg Hub van een van de Amerikaanse militairen de boordradio van het neergestorte vliegtuig. Hub wist niet zo goed wat hij hier mee moest doen en ruilde het met een jongeman die Gerards met de achternaam heette. Hij ruilde de boordradio voor een pakje sigaretten, waarin nog 5 stuks zaten. Die dag rookte Hub de eerste sigaret in zijn leven.
Toen ik hem vroeg hoe het vliegtuig was neergestort vertelde hij mij hierover het volgende: het vliegtuig kwam laag overvliegen vanaf de richting Nuth. Een grote colonne van Amerikaanse militairen reed op dat moment over de Aalbekerweg van Hulsberg naar Nuth. Vermoedelijk heeft de Amerikaanse piloot deze colonne aangezien voor een Duitse, waarop hij het vuur opende. De jeeps die in de colonne reden waren voorzien van vier mitrailleurs die op hun beurt de Amerikaanse jager beschoten.
Een misverstand dus, aan twee kanten… Het vliegtuig werd dermate geraakt dat het in brand vloog en een paar honderd meter verder in de grond crashte.
Hub heeft lang een stuk mica in zijn bezit gehad, maar wist niet meer waar dat gebleven was.
Bodemonderzoek
Op zaterdag 17 november 2018 verrichtten Toine, René en ik in de fruitweides van René Janssen een bodemonderzoek. Dat gebeurde met behulp van een metaaldetector om te kijken of er nog resten van de motor in de grond verborgen lagen. Na twee uurtjes zoeken hadden we wel wat resten aluminium en wat kogelhulzen gevonden. De kogelhulzen waren punt 50 patronen en de onderkant van de hulzen was voorzien van het opschrift S.L. 4 wat overeenkwam met Salt Lake City 1944. Het ging hier dus om patronen die in 1944 gefabriceerd waren, het jaar waarin Lt. John Cave met zijn P-47 Thunderbolt neerstortte.
Woensdag 13 maart 2019 verrichtten we een tweede onderzoek maar nu in de weide waar vermoedelijk het vliegtuig gedeelte terecht was gekomen. Het was een regenachtige dag waardoor het onderzoek maar kort kon plaatsvinden. Toine en ik hadden die dag afgesproken met Frank Custers. Na een rondleiding op zijn bedrijf gingen Toine en ik met een metaaldetector naar de omliggende weides en begonnen in de regen te zoeken naar sporen. Na een tijdje zoeken op de weide kwamen we op een plek waar we wat metalen onderdelen vonden die vermoedelijk van het vliegtuig afkomstig konden zijn. Gezien het slechte weer die dag stopten we met zoeken en namen de gevonden onderdelen mee naar huis om schoon te maken.
Twee onderdelen waren duidelijk afkomstig van een vliegtuig en het eerste onderdeel was een zogenaamde “control cable turnbuckle met eind fitting”. Dit onderdeel spande één van de staaldraden van de besturing van het vliegtuig aan en het andere voorwerp was een zogenaamde radio control switch plaatje. Dit zat bevestigd op de vliegtuigradio waarbij de piloot zijn koptelefoon in het juiste kanaal kon steken om in contact te blijven met de overige piloten.
Het derde bodemonderzoek leverde het meeste bewijs op voor een P-47 Thunderbolt die in Aalbeek was neergestort. Dit onderzoek werd op 6 april 2019 uitgevoerd. Toine en ik vonden diverse wrakresten die schoongemaakt moesten worden. Na grondig onderzoek bleek het hier inderdaad om P-47 Thunderbolt wrakresten te gaan. Die van het vliegtuig van de zo ongelukkig om het leven gekomen Lt. John Cave.
Gevonden wrakresten
Control cable turnbuckle met
eind fitting
Radio control switch plaatje
Diversen
Cover Gun Compartment
Technische tekening Cover Gun Compartment
Ruder Pedal
Technische tekening Ruder Padel
Nipple Port Connection Exhaust Manifold met technische tekening. Onderdeel start met de cijfers 89 wat de prefixcode is voor een P-47 Thunderbolt