Itteren vliegtuigcrash op 2 juli 1941

Whitley crash

Op woensdag 2 juli 1941 stegen kort voor middernacht 152 bommenwerpers op in Engeland voor een bombardement op de Duitse steden Keulen, Bremen, Duisburg. De Whitley bommenwerper met serienummer Z6658 van het No. 78 Squadron vertrok lokale tijd om 23:24 uur vanaf vliegtveld Middelton St. George en was op weg naar de Duitse stad Keulen. Aan boord van deze Whitley bommenwerper waren de volgende bemanningsleden:

 

Sgt. Albert Jepson (25 jaar) piloot

P/O Gerald Moore Kennedy  (23 jaar) observeerder

Sgt. George Alfred Avory (21 jaar) Boordschutter

Sgt. John French Hollingworth (25 jaar) Boordschutter

 

De heen vlucht verliep normaal totdat ze zagen dat de zoeklichten van de Duitsers vanaf de grond op talloze plaatsen aangingen. Toen volgde er stilte om hen heen en dat was erger dan het horen van afweergeschut, want zwijgend afweergeschut betekende dikwijls dat er Duitse jachtvliegtuigen in de lucht waren.  Deze jachtviegtuigen waren dan op zoek naar hun prooi die "gevangen" werd in de lichtbundels van de zoeklichten. De Duitsers speurde die avond het luchtruim af met hun felle zoeklichten. Het lukte de Duitsers om de Whitley Z6658 in de zoeklichten te "vangen" en hiermee de bemanning te verblinden. Diverse pogingen werden door de piloot ondernomen om  aan de zoeklichten te ontsnappen, wat uiteidenlijk niet lukte. Inmiddels was een Duitse Messerschmitt jachtvlieger, die opgestegen was vanaf vliegveld Venlo onderweg naar de Whitley bommenwerper. Op zo'n moment was een logge en langzaam vliegende bommenwerper een makkelijke prooi voor zo'n snelle Duitse jager. De Duitse Messerschmitt jachtvliegtuig werd bestuurd door Reinhold Knacke van het zogenaamde tweede nachtjagdgeschwader (2./NJG 1). Toen ze de Whitley naderden openden ze hun boordwapens en schoten ze de Whitley in brand. Wat er daarna met de bemanning gebeurde is niet helemaal bekend. Ze waren blijkbaar gedesorienteerd of gewond waardoor ze zich niet met hun parachute in veiligheid konden brengen. Inwoners van Itteren verklaarden later dat de piloot nog net het brandende toestel over de laatste huizen in Itteren kon houden alvorens het vliegtuig om 01:07 uur neerstorte ter hoogte van het oude voetbalveld. De Whitley kwam vlak bij een doel neer. Alle vier de bemanningsleden kwamen om het leven.

De Duitse piloot was die avond in "goede doen" want negen minuten later schoot hij opnieuw een vliegtuig uit de lucht. Het ging hierbij om een Hampden met serienummer AD862 van het No. 106 Squadron. Dit vliegtuig kwam neer in België nabij Eben-Emael, waarbij Sgt. Diggory zijn leven liet.

De Duitse piloot Reinhold Knacke behaalde tijdens zijn operationele vluchten maar liefst vierenveertig overwinningen wat hem een van de grootste piloten van de Luftwaffe maakte. Het aantal overwinningen hadden wellicht nog veel meer kunnen zijn als hij niet op 3 februari 1943 zelf om het leven kwam toen hij door een boordschutter van een Halifax bommenwerper werd neergschoten in de buurt van Achterveld, Nederland.

 

No. 78 squadron RAF:

Op 7 April 1941 tot 20 oktober 1941 verbleef het 78ste squadron op Middleton St George. De squadroncode was EY. Van september 1939 tot maart 1942 vloog het squadron met Armstrong Whitworth Whitley V bommenwerpers. Daarna stapte het squadron over op de Halifax bommenwerper. De Whitley was een twee motorige bommenwerper (Rolls Royce Merlin X motoren). Het toestel was volledig gemaakt van metaal. Het had een spanwijdte van 25,6 meter en een lengte van 21,5 meter. Aan boord waren 1x 7,7 mm mitrailleurs die zich in de neus bevonden en 4x 7,7 mm  mitrailleurs in de staart. Deze kogels werden ook wel punt .303 inch patronen genoemd.

Sgt. Albert Jepson:

Hij werd geboren in 1916 in Church, Lancashire. Zijn ouders waren Albert and Isabell Jepson, of Church, Lancashire. In eerste instantie werd hij begraven op het Britse War Cemetery in Venlo (row 3, Grave 27) Op 12-08-1947 kreeg hij zijn laatste rustplaats op het Jonkerbos War Cemetery. Op zijn grafsteen staat de volgende inscriptie: “ Whorty Of everlasting love “Till we meet again”

P/O Gerald Moore Kennedy:

Hij werd geboren in 1918 en is de zoon van Dr. David Kennedy, M.D en Janet Findlay Kennedy, uit Bucklebury, Berkshire England. In eerste instantie werd hij begraven op het Britse War Cemetery in Venlo (row 3, Grave 25). Op 12-08-1947 kreeg hij zijn laatste rustplaats op het Jonkerbos War Cemetery. Op zijn grafsteen staat de volgende inscriptie: " A LAD WELL-BELOVED AND FULL OF PROMISE, WHO GAVE HIS LIFE FOR HIS COUNTRY" Na zijn dood werd hij genoemd op de west Berkshire War Memorials, in de St Mary’s kerk. In deze kerk hangt een houten bord met hierop de tekst: “ To the glory of God and in proud memory of the men of Bucklebury who fell in the World War 1939 – 1945.

Sgt. George Alfred Avory:

Hij werd geboren op 18 juni 1920 in Huntingdonshire, England. George was zoon van Dhr. George Alfred Avory en mevrouw Agnes Avory uit Ramsey England. In eerste instantie werd hij begraven op het Britse War Cemetery in Venlo (row 3, Grave 26). Op 12-08-1947 kreeg hij zijn laatste rustplaats op het Jonkerbos War Cemetery. Op zijn grafsteen staat de volgende inscriptie: “ Beautiful memories of George ever remembered. Granny and Lily"

Sgt. John French Hollingworth:

John is geboren in 1915 in Wales. Zijn ouders zijn Samuel and Emma Hollingworth, of Rhyl, Flintshire. Het gezin woonde in 1911 op Russell Road Flintshire. Hij had drie oudere broers (James, Robert en Samuel) en twee oudere zussen (Martha en Emma). In eerste instantie werd hij begraven op het Britse War Cemetery in Venlo (row 3, Grave 24) Op 12-08-1947 kreeg hij zijn laatste rustplaats op het Jonkerbos War Cemetery. Op zijn grafsteen staat de volgende inscriptie: " My dear son John Who gave his life For his country. “greater love hatch no man”

 

In de begin jaren '90 bracht Ron Putz zijn boek “ duel in de wolken” uit. In dit boek staat op pagina 42 een foto van de Whitley van Itteren, die opgeladen op een vrachtwagen ligt. De foto is afkomstig van Peter Mourmans.

 

Op 2 juni 2006 werd er een monument (gesponsord door Stichting Hell on Wheels) onthuld in Itteren. Het was een initiatief van Heemkunde Itteren. Het werd aangebracht tegen de gevel aan de zijde van het altaar. Het monument bestaat uit een plaquette van zandsteen met hierop emblemen van metaal en een metalen plaat met gegraveerde tekst:

 

'TER NAGEDACHTENIS AAN DE BEMANNING
VAN DE 2-MOTORIGE BOMMENWERPER DIE
OP 3 JULI 1941 NEERSTORTTE TE ITTEREN

† SGT GEORGE A. AVORY (21 JAAR)
† SGT JOHN F. HOLLINGWORTH (25 JAAR)
† SGT ALBERT JEPSON (25 JAAR)
† P/O GERALD M. KENNEDY (23 JAAR).'

 

Bodemonderzoek:

Voor dit onderzoek ging ik begin 2023 in de archieven op zoek naar de locatie waar vroeger het voetbal veld van de "Itterse Boys" had gelegen. Navraag bij het kadaster leerde me dat het betreffende perceel eigendom was van de gemeente Maastricht. Via de gemeente Maastricht had ik inlichtingen opgevraagd over het betreffende perceel in Itteren. Zodoende kwam ik in september 2023 in contact met Gilbert Soeters, Archeoloog van de Gemeente Maastricht. 

Na het maken van goede afspraken met de Gemeente Maastricht kreeg ik toestemming om het perceel te onderzoeken. In oktober 2023 heb ik bodemonderzoek ter plaatse uitgevoerd samen met Chrit Peeters waarbij nog maar weinig gevonden is.

Wat we wel vonden was een Britse punt 303 patroon met een stuk van de mitrailleurband voorzien van een bodemstempel K 1940 VII.

De K hierin staat voor de fabrikant, Kynoch & Co, Witton, Birmingham UK. VII was de standaard patronen die gebruikt werden door de RAF. 1940 staat voor het jaar waarin deze patroon geproduceerd is. Deze patroon was nog voorzien van de mitrailleurband en kwam dus niet uit een geweer maar uit een mitrailleur. Wetende dat de Withley bommenwerper was uitgerust met diverse  punt 303 patronen en dat de Whitley in Itteren in 1941 is neergestort kunnen we er zeker van zijn dat dit munitie is uit de betreffende bommenwerper.

Verder kwamen we  wat kleine stukjes wrakresten van aluminium tegen in de juiste groene kleur (van het vliegtuig) en de juiste diameter wat betreft de gaten ten behoeve van de klinknagels van een Whitley. Jammer konden we  niets  vinden waarop een prefixcode stond.

Tijdens ons onderzoek kwam ook nog even de pachster van het perceel ons bezoeken en ze wist ons te vertellen dat er langs het voetbalveld vroeger een holle weg liep die nu helemaal opgevuld was en dat deze holle weg zich onder het perceel aan de rechter kant had bevonden. Dit maakte het moeilijker om hier iets dan te kunnen vinden. 

Gevonden wrakresten

Britse .303 huls geproduceerd in 1940

Diverse wrakdeeltjes

Nog duidelijk zichtbaar de groene verf  die gebruikelijk was aan de buitenkant van een Whitley